Masembe Robert had er altijd van gedroomd om dokter te worden. Het zaadje van die droom werd geplant op de dag dat zijn moeder ziek werd. Hij was toen pas zeven, zat rustig naast haar bed en keek hulpeloos toe hoe haar koorts woedde. De dorpskliniek was ver weg en de enige verpleegster kwam één keer per week. Tegen de tijd dat er hulp kwam, was het te laat. Vanaf die dag beloofde Robert zichzelf dat niemand in Nawansenke meer alleen zou hoeven lijden.